Het concept van de cardanische ophanging dateert uit het begin van de 19e eeuw, toen een Engelsman genaamd Francis Westley een “gimbal” uitvond, een bal bestaande uit drie bollen die vrij in elke richting konden draaien. Dit ontwerp werd echter niet veel gebruikt omdat het duur was om te vervaardigen en de wrijving tussen de bollen de beweging minder soepel maakte.
Pas in het begin van de 20e eeuw kwam een Amerikaanse uitvinder met een nieuw ontwerp dat bestond uit vier wielen, elk met een klein wiel loodrecht op het vlak van het wiel, waardoor het hele apparaat in elke richting kon bewegen. Dit ontwerp staat bekend als het “Omni Wheel” en is een van de voorlopers van het universele wiel.
In de jaren vijftig vond NASA-ingenieur Harry Wickham een nog beter cardanisch wiel uit dat uit drie schijven bestond, elk met een rij kleine wielen waardoor het hele apparaat in elke richting kon bewegen. Dit ontwerp werd bekend als het “Wickham Wheel” en vormt de basis van de moderne cardanische ophanging.
De kunst van het Wickham-wiel
Naast de industriële en robotica-gebieden worden cardanische ophangingen door sommige kunstenaars ook gebruikt voor creatieve inspanningen. Performancekunstenaar Ai Weiwei heeft bijvoorbeeld cardanische ophangingen gebruikt in zijn kunstinstallaties. Zijn werk “Vanuatu gimbal” is een gigantische gimbal met een diameter van vijf meter, waardoor het publiek er vrij op kan bewegen.
Posttijd: 27 november 2023